Voor de behandeling de vogel in de hand nemen en op een afstand van ca. 50 cm de vogel gedurende een kort ogenblik bespuiten. Altijd alleen op het verenkleed spuiten en niet op kop en onbevederde huid. Bij een besmetting alle vogels behandelen. Zorg voor een goede ventilatie tijdens en na de behandeling. Gebruik bij voorkeur een handschoen (plastic) voor de hand waarin u de vogel vasthoudt. De dieren enkele dagen na behandeling niet laten baden.